In de beginjaren van Scheveningen Radio bevonden zender en ontvanger zich op dezelfde locatie. In 1926 kwam daar verandering in. Er kwamen meer zenders en ontvangers en het gelijktijdig gebruik daarvan gaf problemen. De oplossing was de verplaatsing van de ontvangers naar IJmuiden. De zenders bleven in Scheveningen en werden op afstand bediend. Pioniers eigen werd er in het begin van de IJmuidense periode onder primitieve omstandigheden gewerkt. Nadat het werk vanuit het postkantoor aan de Kanaalstraat tijdens de tweede wereldoorlog was komen stil te vallen herrees Scheveningen Radio vanuit een schoolgebouw. De eerste berichten gingen in juni 1945 vanuit Den Haag de lucht in; in augustus werd de ontvangst en bediening overgebracht naar IJmuiden..
Watertoren als zendmast.
In de Houtmanstraat in IJmuiden staat de voormalige Wilhelminaschool leeg. De PTT vestigt er een postkantoor in en eerst een, maar later twee klaslokalen komen ter beschikking van de Rijksradiodienst. Met 50 medewerkers is Scheveningen Radio al spoedig weer een van de drukste kuststations ter wereld.
Scheveningen Radio, beroofd van alle apparatuur, vindt al snel een hoog punt om de antennes te bevestigen: de monumentale watertoren vlak naast het postkantoor. Apparatuur wordt overal vandaan gehaald. Niet alleen “oorlogsbuit” wordt ingezet maar ook toestellen van de Nederlandse en Engelse marine. Omdat er aan alle verkregen apparatuur vaak nog flink gesleuteld moet worden, wordt er in voorkomende gevallen nog gewerkt via scheepsinstallaties vanaf twee schepen in de Amsterdamse haven. Al snel werkt alles echter weer ‘normaal’, alleen met een veel hoger aantal telegrammen en gesprekken dan ooit. De journalisten, die in die beginperiode het station bezoeken en worden rondgeleid door directeur Van Geel spreken allemaal over ‘een sfeer van volkomen rust en beheersing. De mannen, van wie sommigen in koopvaardij-uniformen, draaien aan de vele knoppen van hun toestellen, seinen hun telegrammen uit of nemen binnenkomende telegrammen op… Door deze rust en de gebrekkige accommodatie is het ook dat men niet onmiddellijk de indruk krijgt, dat hier iets belangrijks wordt verricht. Pas later, als men zich een denkbeeld – en dit is dan nog altijd een oppervlakkig denkbeeld – gaat vormen van het werk, dat hier wordt gedaan, maakt deze sfeer nog des te meer indruk.’ Dat ze in Van Geel een toegewijd directeur en verteller hebben getroffen blijkt wel uit de steeds weer gelijkluidende berichtgeving over de start van het korte afstand verkeer in de 600-800 meterband (ook in gebruik voor veiligheidsverkeer) en het vervolg daarop voor de lange afstanden de 18, 24 en 36 meterband.
Ook zijn anekdotes over verbindingen met de Willem Barentsz , de haringrace van de loggers en de kosteloze radio-medische-adviezen dragen er toe bij dat de nauwgezetheid waarmee de taken op het kuststation worden verricht op een juiste wijze vermengd worden met een flinke dosis romantiek.
Ook is men er al spoedig van overtuigd dat de snel uitbreidende diensten behoefte hebben aan een betere behuizing. Er is niet alleen gebrek aan armslag in de Houtmanstraat, maar ook de oprukkende modernisering van de huishoudens maken een verhuizing noodzakelijk. Er is sprake van een gebouw in de Velserbroekpolder, waar de weg al uitnodigend klaar ligt.